De walnoot, okkernoot of notelaar (Juglans regia) is een plant uit de okkternootfamilie (Juglandaceae). Omdat het geslacht Juglans eveneens walnoot heet, wordt deze soort voluit ook wel gewone walnoot of Perzische walnoot genoemd.
Andere soorten die onder het geslacht Juglans vallen zijn bijvoorbeeld de witte walnoot en de zwarte walnoot.
De walnoot of okkernoot is een grote, inlandse boom die graag op kalkrijke, doorlatende grond en een zonnige standplaats groeit.
Hij wordt 20 m hoog en 15 m breed. Draagt volop noten na 5 à 10 jaar. Ook mooi als sierboom in de tuin met het lichtgroen gedeeld blad en de grijze schors.
Mannelijke en vrouwelijke bloemen komen bij de walnoot aan dezelfde boom voor. Mannelijke bloemen zijn in katjes zichtbaar.
Vrouwelijke bloemen bevinden zich al of niet in trossen aan het einde van nieuwe scheuten, die in het voorjaar ontstaan uit de eindknop van de langloten en uit enkele daaronder gelegen knoppen.
Bij de rassen die bekend staan als kortlotdragers komen vrouwelijke bloemen ook aan de kortloten voor, dus meer gespreid langs de takken.
Vele rassen kunnen vrucht zetten met hun eigen stuifmeel. De walnoot is een windbestuiver. Bij het planten van de bestuivers kan het beste rekening worden gehouden met de overheersende windrichting.
Walnoten worden meestal van september tot november geoogst, afhankelijk van het ras. Er zijn verschillende manieren om de noten te oogsten. Men kan ze handmatig rapen als ze van de boom gevallen zijn. Ook kan met behulp van een oogstmachine geplukt worden.